Het standaard recept
Kook allereerst de rijst in water met een beetje zout. Neem bij voorkeur geen snelkookrijst, maar een lange rijstsoort, bijvoorbeeld Basmati. Nasi goreng wil eigenlijk niets anders zeggen als gebakken rijst.
Snij ui klein, pers de knoflookteentjes, of snij ze erg fijn, was de prei en winterpeen en snij deze klein, de prei kun je in smalle ringen snijden. Fruit dit in een beetje olie aan. Als je de wortel wat zachter wilt, kun je eerst de wortelstukjes aanfruiten, en daarna de rest toevoegen.
Snij het vlees in blokjes en voeg de blokjes vlees toe. Snij het ontbijtspek of achterham in stukjes, en voeg dit ook toe. Bak het vlees gaar.
Voeg vervolgens de droge kruiden toe. Verhit de kruiden kort, waardoor de smaak vrijkomt.
Was de paprika, snij deze in kleine blokjes, en voeg de paprikastukjes bij de rest.
Voeg vervolgens de Taugé toe, en roerbak de taugé kort.
Nu beetje bij beetje de gekookte rijst toevoegen, en goed door elkaar mengen.
Je kunt de nasi verder op smaak brengen met wat ketjap of sambal, maar dit kun je natuurlijk ook pas aan tafel doen.
In een aparte pan de eieren bakken. Serveer de Nasi met de gebakken eieren.
De nasi goreng mag dan nu klaar zijn, maar het allerlekkerste is het natuurlijk als je daar ook allerlei bijgerechten bij maakt of hebt gemaakt.
Traditioneel in Nederland eten we er graag Saté bij van varkensvlees of van kip, met vanzelfsprekend rijkelijk satésaus er over.
Maar er kan, en misschien ook wel hoort, nog veel meer bij. Atjar tjampoer en kroepoek zijn het meest geliefd.